Kanchenzonga, Trekking in the Indian Himalayas

Yuksom is very near to the second highest mountain of the world: Kanchenzonga or as the local people call it: Sleeping Buddha. It’s more dan 8,5 kilometre high. The whole area is a beautifull national park.

woensdag 29 oktober 2008

26 oktober Isla El Fronton, Isla Palomino, Isla San Lorenzo, Cavinzas island

Islas Palomino or Palomino Islands
Not known by general public until recently, Islas Palomino is one of the nicest excursions you can take in Lima. Featured as an alternative to Islas Ballestas (Ballestas Islands), for people unable to go to Paracas (a roundtrip of seven hours from Lima), Islas Palomino is just an hour on board a yacht from the historical port of Callao, which in its turn is just half an hour from the center. The tour takes full 4 hours and you'll also get to know Isla San Lorenzo(San Lorenzo Island), Isla El Frontón (El Fronton Island), and Isla Cavinzas (Cavinzas Islands) islands full of old and recent history; and the most exciting, the fabulous and friendly sea lions of the cold peruvian sea; the amazing Humboldt penguins (quite similar in looks and size to the Magellanic penguins); and many other sea birds species. You can swim along these young and playful sea lions as well, if you want it too.


Hoi,
Op de valreep toch nog naar de vogel eilanden voor de kust van Lima geweest. Het grootste eiland met de marina basis is Isla San Lorenzo. Het blijkt dat er nog heel wat eilanden zijn zodat ik me best in de verschillende namen vergist kan hebben. In elk geval duurde het een hele tijd voordat we echt de haven konen verlaten. Een van de problemen was in elk geval dat de boot genoeg petroleum moest hebben. Eerst voeren we met een kleine boot de haven uit naar de grote boot toe. Deze grote boot lag maar een paar meter buiten de haven, dus het kwam op mij wat omslachtig over. In elk geval waren de (sleep) boten die wel de haven in voeren na een paar minuten vaak al weer vertrokken..dus het aanleggen in de haven was blijkbaar een dure hobby.
Op zee stapten we dus over op de grote boot, beter gezegd een jach.. en konden vier uur lang varen over de Pacific. Dit ging vrij goed tot dat we aan de noordkant van het eiland waren. Daar ontmoeten zuid en westen wind elkaar en waren de golven echt hoog. Het front dek ging met twee tot drie meter omhoog.
Dat was niet erg plezierig moet ik zeggen. Je duikt schuin omlaag naar links en gaat dan schuin naar rechts omhoog. Het werd nu in elk geval wel duidelijk waarom je pilletjes tegen zeeziekte uitgereikt kreeg. Echt prettig zat je niet want soms schoof je flink naar rechts..en die open railings waren nu ook weer niet zo hoog dat je daar onmogelijk langs kon schuiven. Gelukkig was de terugweg met de wind mee heel wat plezieriger en meer zoals ik me voorgesteld had.
Ik had niet verwacht dat de golven zo hoog zouden zijn bij zulk mooi weer en zo weinig wind.

INCLUDED

1. Tour in Motor Boat
2. Tour Guide in English and / or Spanish
3. Neoprene Wetsuit
4. Flotation Boards
5. Life Jackets
6. Drinks..including coffee, Pisco (in the harbour), cola en aqua.
7. Allerlei soorten snacks, chips

Het was best grappig dat de gids wat schrok toen ze hoorde dat we uit Nederland kwamen. Ze was bang dat we van haar verhaal helemaal niets verstaan hadden..maar dat was niet het geval..onze gids praatte rustig en duidelijk engels.
Het is eerder zo dat ze mijn snelle engels niet begrijpen omdat ik blijkbaar te snel praat.


Ook bleek ons vogeleiland nog weeer achter de kust te liggen van de eilanden die je met het oog kon zien. Het grootste eiland, Isla San Lorenzo, is 8km groot en nu een navy basis. We moesten hier dus met een grote boog omheen varen.
We zouden overigens helemaal nergens aan land gaan..en alleen maar varen.
Op alle eilanden valt vrijwel geen regen. Het gevolg is dat om op deze eilanden te wonen zoet water aangevoerd moet worden. Dit kost veel geld waardoor wonen op deze eilanden erg duur is...en er dus eigenlijk niemand op het eiland woont..behalve gevangenen tot 1990.
Op het grote eiland zijn ook drie gebouwen aanwezig...dit zijn de gebouwen bij het presidentieel strand.
Ik kreeg de indruk dat onze spaanse collega uit Lima als militair gediend had op dit eiland (El Fronton ?) maar mijn spaans is nu ook weer niet zo goed. In elk geval kon zijn vrouw niet zwemmen..dus die zal het wel spannend gevonden hebben.

Onder het grote eiland 'Isla San Lorenzo' ligt 'Isla El Fronton' en op dit eiland van een vierkante kilometer bevonden zich in 1980 twee gevangenissen, een voor normale gevangen en een voor terroristen, met name voor de Lichtend Pad maar ook voor een splintergroepering Tupuc Amaru.
Na een opstand zijn de gevangenissen gewoon gebombardeerd en is iedereen van de rode gevangenis doodgeschoten. De gewone gevangenen hadden een witte vlag gehesen en deden niet mee. Zij zijn niet gebombardeerd en werden na de revolte gewoon over de diverse gevangenissen overgeplaatst.

Op ons vogeleiland bleken alleen zeeleeuwen te zitten die veel lawaaai maakten en het eiland stonk ook enorm. De naam leeuw van Zeeleeuw is overigens afkomstig van het geluid dat de Zeeleeuwen maken, dit geluid lijkt op het geluid van de Leeuw.
Toen we later weer verder voeren bleek op het de steile achterkant wel Jan van Genten te zitten en meeuwen.
Een eiland verderop, maar dat was al weer op de weg terug, bevatte ok humbolt puinguin en pelikaan. Ik was verbaasd dat de Humbolt pinguins zo dicht bij hun vijand de Zeeleeuw zaten. Ze worden immers gewoon opgepeuzeld door deze beestjes. Nu is hier vlak voor de kust genoeg vis voorhanden..dus misschien dat het leed nog meevalt.
1. Honderden Zeeleeuwen (Lobo marino saliendo del mar dus geen Foca...)
2. Sea gulls (Mantelmeeuwen)
3. Pelicans
4. Inca Terns (Zarcillo (Larosterna inca)Inca Sterns,
ook gezien in de haven op voor de kust liggen de boten)
5. Wilson Stormvogeltje (Wilson Petrel)
6. Jan van Gent (Piquero peruano(Sula variegata) o Peruvian Booby)
7. Humbolt Puinguin (Pinguinos de Humboldt)
8. Franjepoot, Misschien onderstaande ?
Red-necked Phalarope Phalaropus lobatus
Wetenschappelijke naam: Steganopus tricolor
Nederlandse naam: Grote Franjepoot
Engelse naam: Wilson's Phalarope


Literatuur:
http://yossarian.web-log.nl/yossarian/2007/12/dinsdag_dierend_3.html

Het meest opmerkelijke van de franjepoten is dat de vrouwtjes mooier & vooral helderder gekleurd zijn dan de mannetjes. Dat is een zeldzaamheid in het dierenrijk & deze eigenschap vinden we eigenlijk alleen bij de diersoort mensch terug (lelijke zin!, maar ik laat hem maar staan, want dit leest toch geen Filipijnse hond).
Onderzoek heeft uitgewezen dat vrouwelijke franjepoten in de eierstokken relatief hoge concentraties van het mannelijke hormoon testosteron aanmaken in verhouding tot het vrouwelijke hormoon oestrogeen. Hiermee kunnen de franjevrouwtjes een verenkleed ontwikkelen dat helderder is dan dat van de franjemannetjes.
Deze voor vogels ongewone hormoonspiegel is waarschijnlijk ook van invloed op het gedrag van de franjevrouwtjes. Bij franjepoten zijn de rollen wat anders verdeeld dan bij doorsnee-gevogelte dat met een F. begint.. Bij de franjepoten zijn het de vrouwtjes die baltsen en het seksuele initiatief nemen. Franjevrouwtjes bepalen ook met welk mannetje ze paren. Daarentegen zijn het weer de mannetjes die grotendeels verantwoordelijk zijn voor het uitbroeden van de franje-eitjes & de verzorging & de ornithopedagogische opvoeding van de franjekuikentjes.
Franjepoten zijn dus hele geëmancipeerde vogels! Je zou ook kunnen zeggen dat de heren franjepoten gewoon een beetje goedmoedige sukkels & brave hoorndragers zijn, afhankelijk van de positie die u inneemt in het ornithologische emancipatiedebat.
De Wilsons franjepoot wordt ook wel de grote franjepoot genoemd & is inderdaad de grootste van de drie soorten franjepoten. Vroeger (in de middeleeuwen & zo) was de wetenschappelyck naam van de Wilsons franjepoot Steganopus tricolor & behoorde deze franjevogels dus tot een apart & inmiddels wegens opheffingsuitverkoop niet meer bestaand franjepotengeslacht. In het Engels heet de Wilsons franjepoot de Wilson’s phalarope. Deze soort broedt op de noordelijke prairies van Noordamerika & Canada & overwintert gezellig in het Andesgebied van Zuidamerika (waar dat ook mag zijn: zoek dat maar lekker zelluf op in uw Grote Bosatlas, verdoeme). Sporadisch worden ze ook wel eens als zogenaamde dwaalgast in Europa gespot door vogelliefhebbers met een hobby, een verrekijkert & teveel vrije tijd.

Literatuur:
http://yossarian.web-log.nl/yossarian/2007/12/dinsdag_dierend_3.html

GUANOCo
Nog steeds wordt eens in de zeven jaar de mest van de vogels gewonnen. Het duurt zeven jaar voordat weer een meter dikke laag mest ontstaan is. Van de drie tot vijf eilanden zijn eigenlijk nog maar twee eilanden echt geschikt voor de winning van deze meststof. Bij de andere eilanden is teveel onrust door dat de Navy basis voor te veel menselijke activiteit en onrust zorgt. Ook zitten er tegenwoordig minder vogels dan vroeger, wat voor minder meststof aanwas zorgt.
Ik geloof dat in het begin, in 1890, toen ze begonnen met de winning, de laag mest op het eiland 50m dik was. Ik kan me dat wat lastig voorstellen..omdat dan van de richels helemaal niets overblijft en de mest, mijn inziens, goed oplost in het water.
In een jaar of 30 is toen vrij veel afgegraven.

Daarnaast nog wilson stromvogeltje gezien en een franjeppoot.


LITERATUUR
http://www.kolibriexpeditions.com/birdingperukolibri/tripreports/trips_reports.asp?idtrip=4

The birding was great though with a lot of variety of birds. The air-temperature was quite pleasant. The sea was a bit shaky but not too bad. Since both Mikko Pyhälä and I were quite novice to sea birding we felt like amateurs trying to straighten out some of the birds. We have included our reasoning for identification in the account below.

A. Waved Albatross Diomedea irrorata
1 individual This species breeds on the Galapagos islands and a small island off the Ecuadorian coast (Isla La Plata)

B. Black-browed Albatross Diomedea melanophris
2 at 1000 m depth.

C. Cape Petrel Daption capense
2 at 1000m depth

D. White-chinned Petrel Procellaria aequinoctialis
10-20 mostly at 1000m depth

E. Sooty Shearwater Puffinus griseus
300 more or less

F. Wilson´s Storm-Petrel Oceanites oceanicus
common, the first storm-petrels we saw with very forceful flight and some near the boat going out was this species

G. White-vented Storm-Petrel Oceanites gracilis
Eventually we could distinguish White-vented smaller size, being a more fragile bird, tripping on the water and more erratic flight. On birds close to the boat we could see white bellies on at least 10-15 individuals

H. Wedge-rumped Storm-Petrel Oceanodroma tethys
1 seen as we were leaving the harbor. Clearly a very large white area, makes this observation 100% even though short. I have seen this species often in Galapagos.

I. Peruvian Diving-Petrel Pelecanoides garnotii
All in all 20 individual seen. This is the highest number I have ever seen of this threatened species and may be the most note-worthy record of our trip. On the Ballestas circuit close to Paracas I some times see 1-2 individuals when San Gallan island is included.

J. Blue-footed Booby Sula nebouxii
We saw 30-40 individuals of this species. They were all immatures. A bit surprising that they are still in these water being a more Northern Breeder (Ecuador). Clearly larger than Peruvian Booby and very dark heads and plain upper wings. White spot on the back and upper tail coverts usually easily seen.

K. Peruvian Booby Sula variegata
very common

L. Neotropic Cormorant Phalacrocorax olivaceus
2 near port

M. Guanay Cormorant Phalacrocorax bougainvillii
3 surprisingly low numbers

N. Red-legged Cormorant Phalacrocorax gaimardi
some 10 seen near Callao (Isla Palomino and Isla San Lorenzo)

O. Peruvian Pelican Pelecanus thagus
some 50 of this giant with almost prehistoric looks.

P. Red-necked Phalarope Phalaropus lobatus
One small flock of 5 birds seen

Q. Red Phalarope Phalaropus fulicaria
About a hundred seen total. This were seen as fast flying waders with clear white wing bands. Birds giving clear gray appearance and head and neck whitish gray with a clear black mask.

R.Band-tailed Gull Larus belcheri
The most common gull

S.Gray Gull Larus modestus

T.Gray-hooded Gull Larus cirrocephalus

U.Sabine´s Gull Xema sabini
30 We were a bit confused with this species and Swallow-tailed Gull, but we are sure that most of the birds we saw was this species (we saw many brown-backed immatures which are not confusable), except a flock of immature Swallow-tails that laid on the water and lifted as we were going out. It was mostly the adult bird in winter plumage I had problems with, but considering that I see adult birds in Galapagos this time of year that have black hoods, the adult birds here in winter plumage ought to be Sabine´s Gull.

V.Swallow-tailed Gull Creagrus furcatus
At least a flock of 10 immatures seen in the beginning of the trip. Great confusion in the later part of the trip. I believe most birds we saw later were Sabine´s Gull, as adult Swallow-tails should have black hoods this time of year.

W. Elegant Tern Sterna elegans
4

X. Royal Tern Sterna maxima
1 seen by Mikko Pyhälä

Y. South American Tern Sterna hirundinacea
Several inshore. Especially when arriving to the yacht club where they were perching in big numbers on the yachts. At see I feel most of the terns seen where. Personally I found the midsize Sterna terns difficult on long distance and on shaky boats. These individuals in the port were seen very close and the blood-red rather heavy and somewhat down-curved bill gives it away.

Z. Common Tern Sterna hirundo
1 seen for sure. But difficult to identify at sea (confusion with South American and Arctic Tern)

AA. Arctic Tern Sterna paradisaea
3 seen sufficiently well to 100 % id. Many unidentified Sternas at sea were probably this species. Wing pattern and buoyant flight (and one birds with long tail) were the details that identified the species. Need to study up on the midsize Terns though.

AB. Peruvian Tern Sterna lorata
3 were seen. This small tern is similar to Least Tern. Small size, agile and grey underparts makes it fairly easy to identify. Also noted the white forehead.

AC. Chilean Skua Catharacta chilensis
8 seen as far as I could see all adults. They looked very dark brown, but the light was not good enough to see any rufous tone.

AD. Pomarine Jaeger Stercorarius pomarinus
3 seen well to identify to species. We noted the heaviness of these birds. Heavy-bellied and powerful Most Jaegers seen where without the central elongated tail-feathers which made id difficult

AE. Long-tailed Jaeger Stercorarius longicaudus
we identified 2 for certain on slimness and lack of white crescents in the wings. There were other jaegers which probably also were this species or Parasitic Jaeger but we could not tell for sure.

AF. Whimbrel Numenius phaeopus
some 10 on Isla Palomino F
Ruddy Turnstone Arenaria interpres
On the shore as we arrived to the harbor

AG. Barn Swallow Hirundo rustica
1 30 nm from shore at the 1000 m depth and big gathering of Seabirds



LITERATUUR
http://www.kolibriexpeditions.com/birdingperukolibri/tripreports/trips_reports.asp?idtrip=4


La Isla San Lorenzo (8 Km. de largo) con su vecina La Isla El Frontón (1 Km. de largo), están ubicadas frente a la línea de playa de la Punta-Callao, entre los paralelos 77º16’ - 77º11’ de Longitud Oeste y 12º3.8’ – 12º5’ de Latitud Sur.

La hipótesis más aceptada sobre el origen de la Isla San Lorenzo es que esta se originó durante grandes transformaciones geológicas del planeta hace unos 120 millones de años. Estos cambios permitieron la formación de las grandes cadenas de montañas –como los Andes- y la consolidación de nuestra costa, producto de los choques de placas tectónicas que levantaron y hundieron parte del litoral. Según estudios de los ingenieros Oscar Palacios y Walter León de la Sociedad Geológica del Perú, esta Isla tiene el mismo tipo de roca marina que el morro solar, el salto del fraile y la Herradura.

Los primeros descubrimientos en el siglo XX se iniciaron con las expediciones del geólogo Carlos Lisson en 1905 y el Arqueólogo Max Hule en 1906. Los vestigios más antiguos encontrados en la parte más alta de la Isla conocida como La Mina son conchales de tiempos prehispánicos (2,500 años a.C.) además de objetos para hacer fuego, artefactos líticos, maíz, algodón y mate. En la zona sur se halló en gran cementerio prehispánico con aproximadamente 3 mil tumbas. De esta zona Max Hule extrajo 400 piezas Mochica y Chimú los cuales están en el museo de Antropología, Arqueología e Historia.
Durante la Colonia esta Isla fue centro de reclusión (desde el siglo XVI), se enviaba allí esclavos con mal comportamiento y –se dice- que hasta el virrey Blasco Núñez de Vela fue a parar preso a sus playas en 1544. La Isla San Lorenzo fue entregada en encomienda para la explotación de sus canteras de rocas y cuarzo. De ahí se sacaron las piedras para construir edificaciones como la Fortaleza del Real Felipe –que dicho sea de paso es la única estructura colonial en el Callao- y la primera Plaza de Armas de Lima.

Esta Isla también fue tomada como base por los piratas y corsarios quienes intentaron saquear la Capital. Uno de los más famosos fue el corsario Holandés Jacques Clerk L’Hermite, quien en 1624 asentó sus tropas en esta Isla y sitió Lima durante tres meses. L’Hermite y gran parte de su tripulación murieron victimas de una epidemia siendo enterrados en la isla.

Reintentando tomar el poder la armada española estuvo aquí el 2 de mayo de 1866. Derrotados permanecieron hasta el 10 de mayo reparando sus embarcaciones para su regreso a España. Aquí enterraron a sus muertos.

La Isla San Lorenzo también fue base naval durante la invasión chilena en la Guerra del Pacífico. Aquí enterraron a sus muertos y una prueba de ello es que en 1980 se encontraron los restos de un soldado envuelto con la bandera chilena.

En 1933 el Gobierno dispuso mediante decreto, la creación de un Lazareto (estación sanitaria) en la Isla, buscando enfrentar la epidemia del cólera que amenazaba el Perú. Cada nave extranjera que llegaba al Callao era revisada y si era encontrado algún tripulante enfermo, se le prohibía el ingreso a la ciudad y se le enviaba a cuarentena a la Isla San Lorenzo hasta su recuperación. Algunos murieron y fueron enterrados aquí. Además en las primeras décadas del siglo XX este mismo lugar recibió a los enfermos de tuberculosis mientras se decidía si se debía de construir un hospital para ellos en esta Isla o en Jauja. En este lugar también fue encontrado el cuerpo de un joven coolí de aproximadamente 20 años quien murió a causa de esta enfermedad.

Durante el oncenio de Leguía (1919-1930) la Isla San Lorenzo fue centro de reclusión para sus opositores políticos.

La Isla San Lorenzo tiene una de las playas de Lima menos frecuentadas por el gran público. Se trata de la playa del Cabezo Norte de la isla y es un lugar accesible únicamente para los civiles que posean embarcaciones de recreo.

Labels: , , ,

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage